Anouk van Wijk

ned / eng

Anouk van Wijk [1994] werkt als beeldend kunstenaar aan sculpturele installaties in keramiek, textiel, marmer, en gevonden materialen. In haar werk onderzoekt ze het dynamische, eindeloos veranderlijke karakter van de lichamen van mensen, dieren, planten, micro-organismen als andere wezens. Vanuit dit idee van transformatie benadert ze de concepten waar haar werk om draait; de onvoltooidheid van het bestaan, van lichamen die constant in wording zijn, en de groteske vormen die dit soms kan aannemen. De diversiteit aan materialen—glanzend, zacht, elastisch, harig, glimmend, nat—maakt dat de werken zich bevinden op de dunne grens tussen gevoelens van aantrekking en afstoting.

Anouk heeft een BA in fashion design aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht [2016], en een rMA in Artistic Research aan de Universiteit van Amsterdam [2023]. Momenteel werkt ze vanuit verschillende plekken in Europa, met Amsterdam als standplaats.

 

Meer over Anouk van Wijk’s werk

wordly wedlock (spiegel),
a bed of wet grass [1] (Wandsculptuur met kristallen),
a bed of wet grass [2] (Wandsculptuur met vertakkingen),
to walk in a neatly paved but heavily trembling world (Wandtapijt) Anouk van Wijk

Geglazuurd keramiek, glazen kroonluchterkristallen, handgegraveerde spiegel, roestige buis, ijzerdraad, rubber, schelpen, glazen kralen, vlaggenhouder, diverse getufte garens, verwarmingsbuizen, synthetisch haar

“In the Communion of Open Pores
Existence is no longer enclosed in the body
We are not a collection of individuals
But a macro organism living as an ecosystem
We are completely outside ourselves
And the world is completely inside us”

klinkt een meisjesstem in het nummer Extreme Love van Holly Herndon. In lijn met deze lyrics visualiseert Anouk van Wijk ‘leven’ als iets wat in en over elkaar heen buitelt, zich verstopt in de plooien van de ander, als een eindeloos verstrengelde massa. Wat betekent het als ‘we volledig buiten onszelf zijn en de wereld volledig in ons?’

Het proces van regeneratie, verval en transformatie is grillig, net als de reeks werken die hier te zien zijn: een grotesk wandwezen spuugt slierten glinsterende kristallen uit, alsof het delen van zichzelf aflegt. Een wandtapijt in de vorm van een ongeordende cluster cellen groeit over en onder het rigide metalen frame, wat er niet in slaagt deze groei te beheersen. Uit de muur ontspruit een speelse, takachtige sculptuur die een selectie curiosa aan de toeschouwer presenteert. 

Een spiegel, gegraveerd met een variatie op het traditionele bruidsgedicht ‘something old, something new, something borrowed, something blue’, weerspiegelt het beeld van de toeschouwer, omlijst door een populat

ie kruipende organismen. Door het menselijk lichaam te beschouwen als een ecosysteem van meerdere partners, vervormt dit werk het concept van het huwelijk in zijn traditionele betekenis en roept het op tot een verstrengelde, heterogene perceptie van verbintenis: a worldly wedlock.

In de esthetiek van haar werk zoekt Anouk naar de dunne grens tussen afstotend en juist aantrekkelijk—zonder harde provocatie, maar juist via kleine gebaren op zoek naar het charmant unheimische. De kruipende wezentjes die aan de oppervlakte komen bij het bevragen van de grenzen van lichamen, roepen vaak ambivalente gevoelens van zowel walging als nieuwsgierigheid op. Al deze wezens zijn echter de drijvende kracht achter zowel de afbraak als de vernieuwing waar het leven zo afhankelijk van is, en kun je überhaupt een onderscheid maken tussen de twee?